Bonhoeffer als houvast

De politicus zegt: we moeten kiezen tussen twee waarden, vrede en vrijheid.
Bedrieglijke eenvoud. Vrijheid – wie wil dat niet?
De militair zegt: wie vrede wil, moet zich op oorlog voorbereiden.
Allicht, oorlog is waar een militair zich op voorbereidt.
We bewonderen Navalny om zijn moed. De superieure vrijheid waarmee hij Poetin tergde.
Of vinden de meesten van ons het eigenlijk stom wat hij deed, een zinloze opoffering?
Hoeveel méér films zijn er gemaakt over oorlogshelden dan over geweldloze vechters?
Vrede of vrijheid is een valse keuze.
Ik word vrij door de weg van vrede te volgen.
Kiezen voor vrijheid betekent maar al te vaak: kiezen voor het belang van mezelf, mijn groep, mijn land.
Kiezen tegen vrede en geweldloosheid betekent: me afgrenzen van anderen.
Hoe kan vrede ontstaan als ik me afgrens en anderen tot vijand verklaar?
Deze woorden noteerde ik na een tv-debat, waarin de simplificerende uitspraken van een ervaren politicus me verbijsterden. Tegelijk voel ik een spagaat: afschuw over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne botst op sympathie voor de strijd van de verdedigers. Is pacifisme vol te houden? Het werk van Dietrich Bonhoeffer geeft me houvast.
In de jaren ’30 sprak Bonhoeffer zich radicaal uit tegen oorlog: “Het gebod ‘Gij zult niet doden’ en het woord ‘Heb uw vijanden lief’, wordt ons eenvoudigweg gegeven om gehoorzaamd te worden”. Maar hij schreef ook dat uitspraken van Jezus zoals dat het kwade alleen door het goede wordt overwonnen, niet als algemeen ethisch programma opgevat moeten worden; dat zou zelfs onverantwoordelijk zijn. Bonhoeffer sloot geweld niet categorisch uit. Hij lijkt een tussenpositie in te nemen, die Bonhoeffer-kenner Clifford Green omschrijft als conditioneel pacifisme.
In de ethiek van Bonhoeffer speelt verantwoordelijkheid een grote rol. Maar hij is wars van abstracte principes, en vindt dat verantwoordelijk handelen in overeenstemming moet zijn met de realiteit. Dat betekent rekening houden met concrete omstandigheden en rollen, maar vooral de werkelijkheid van Christus zien, ‘der Wirkliche’. Zo kom je uit bij discipelschap, handelen in overeenstemming (conformiteit) met Christus. Wat dat kan betekenen vind ik zichtbaar in gedachten die Bonhoeffer voor zijn studenten formuleerde m.b.t. het gebod Gij zult niet doodslaan. “Hoe moeten Christenen handelen in oorlog? Er is geen geopenbaard gebod van God op dit punt. De kerk kan nooit zijn zegen geven aan oorlog en wapens. Een christen kan nooit deelnemen aan onrechtvaardige oorlogen. Als een christen de wapens opneemt, moet hij God dagelijks om vergeving vragen voor deze zonde en om vrede bidden”.
Vanuit pacifisme de vraag stellen of Oekraïne zich militair mag verdedigen levert ‘kortsluiting’ op – ik kom er geen stap verder mee. In het publieke debat lijkt pacifisme op deze manier kansloos. Wat ik van Bonhoeffer leer is om niet principes centraal te stellen, maar verantwoordelijkheid voor anderen. Geen politiek programma, maar een oproep om vredesgetuigen te worden, schrijft Green. Concreet betekent dat voor mij de vraag stellen naar de toekomst: hoe ziet vrede in Europa er uit? Die vraag wordt nu nauwelijks besproken. Militarisering van de samenleving kán niet het antwoord zijn. In een wereld vol kernwapens en grote, globale bedreigingen kunnen we het ons niet veroorloven terug te vallen op een strijd tussen machtsblokken. Onderhandelen over collectieve veiligheid en samenwerken is de enige mogelijkheid, en een taak van de politiek.
Bij het schrijven heb ik gebruik gemaakt van artikelen van Clifford Green en Gerald McKenny in “The Oxford Handbook of Dietrich Bonhoeffer”, OUP, 2019.
Dit artikel verscheen eerder In Vredesspiraal (kwartaalblad Kerk en Vrede), december 2024, p. 17.