Vredesdeal
De VS en Rusland lijken een deal over Oekraïne te gaan afsluiten. Een bruut plan, onderhandeld door twee zakenlui. Als het plan doorgaat is het een bittere pil voor Oekraïne: zo veel slachtoffers en ellende, en toch de Donbas kwijt. Zelensky bereidt zijn land voor op een harde keuze: tussen verlies van waardigheid en verlies van de belangrijkste bondgenoot (en daarmee van het land?). De kritiek in Europa luidt dat Poetin zijn zin krijgt. Dat is maar ten dele waar als je het hele 28-punten plan doorleest. En Oekraïne krijgt waar het land naar snakt: een eind aan de gevechten. Toch voelt de deal oneerlijk. Een onrechtvaardige vrede.
Maar is er nog een andere weg? De lijn van Europa is steeds dat Rusland moet verliezen. Wat dat concreet betekent was en is onduidelijk. Kallas zei, niet lang voor ze buitenlandcoördinator van de EU werd, dat het haar een goed idee leek als de Russische Federatie uiteen zou vallen. Een paar dagen geleden formuleerde ze de EU-doelen als: Rusland verzwakken en Oekraïne steunen. Die krijgshaftige taal heeft er echter nooit toe geleid dat Europa of de NAVO Oekraïne met alles wat het heeft ging steunen. Een open oorlog met Rusland werd – gelukkig – vermeden. Het werd dus een proxy-oorlog, zoals Boris Johnson na het einde van zijn premierschap toegaf: een oorlog waarbij Oekraïne de strijd aanging mede namens het westen, maar westerse landen zelf geen mensen hoefden op te offeren. Dit werd verpakt in holle retoriek dat Oekraïne voor onze waarden vecht etc. Intussen lukte het niet om de sancties echt te laten slagen (of wilden we het niet, omdat het te lastig zou zijn voor westerse bedrijven?). En de wapensteun was altijd net genoeg om het vol te houden, maar niet meer dan dat. Het resultaat: een frontlinie waar niemand zich nog bewegen kan, een zone des doods. De gevechtstechnieken worden steeds wanhopiger en wreder. Het Oekraïense leger kampt met grote aantallen oorlogsmoede deserteurs. En ondertussen is de wapenindustrie spekkoper.
(Misselijk makend is het feit dat de beurskoers van Rheinmetall, een grote Duitse wapenfabrikant, de laatste dagen inzakte als reactie op het vredesplan. Plotseling zijn de vooruitzichten voor wapenverkopen niet meer zo zeker. In nieuwsberichten hierover werd het woord “vredesangst” gebruikt. Zum kotzen.)
Het is gemakkelijk om Rusland van dit alles de schuld te geven. Had Poetin maar niet …. enzovoorts. Maar is het zo makkelijk om je handen in onschuld te wassen? Hebben we niets te maken met de honderdduizenden slachtoffers, vooral aan Russische zijde? “Het zijn soldaten” – en daarom gaat voor hen het verbod om te doden en gedood te worden niet op?
De Trump-Poetin deal, als hij doorgaat, betekent het failliet van alle calculaties door NAVO politici. Het streven naar ‘containment’ van Rusland is mislukt. Een paar jaar geleden wilde Hoekstra, toen minister van Buitenlandse Zaken, de Russen een bloedneus slaan. Nou, het westen heeft zichzelf een bloedneus geslagen. Moeten we daar rouwig om zijn? Ik denk het niet. De tegenstander klein willen houden is géén goede strategie, en zeker geen duurzame. Op een vredessymposium in Den Haag enkele maanden geleden sprak luitenant-generaal b.d. Kees Matthijsen, met ervaring in vier buitenlandse militaire missies. Hij zei: “Er is nooit een militaire oplossing om duurzame vrede te bereiken.” Er is veel meer nodig: diplomatie, onderhandelen, duurzame ontwikkeling, mediation. Hij vindt het te gek voor woorden dat er nu door Nederland bezuinigd wordt op diplomatie, terwijl er grote bedragen naar wapens gaan.
Een betere weg vereist de wil om jezelf als onderdeel van een relatie te zien. Een harde grens tussen jezelf en de ander is onbestaanbaar – omdat je van elkaar afhankelijk bent en het samen moet rooien. In een isolement kan je niet bestaan. Dat geldt ook tussen landen, zeker nu de wederzijdse invloeden zo groot zijn en wereldomvattende problemen als de klimaatverandering om een gezamenlijke aanpak vragen. Het beeld van een land als een stekelvarken (de manier waarop Von der Leyen de toekomst van Oekraïne schetst) is triest en belachelijk.
Onderdeel zijn van een relatie betekent ook verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag. Het Westen kan zich niet vrij pleiten van imperialistisch gedrag, en de NAVO gedraagt zich niet alleen maar als een defensie-gemeenschap. Er is dringend behoefte aan eerlijkheid op dit punt. De vredesbeweging heeft concrete voorstellen op tafel gelegd voor een pad naar vreedzaam samenleven. Laat de onderhandelingen die in de Koude Oorlog leidden tot de akkoorden van Helsinki tussen Oost- en West-Europa, de VS en Canada, een voorbeeld zijn!
Het is ook verstandig om het perspectief van de ander te willen zien. Het Westen heeft consequent Poetins rode lijn – geen NAVO aan de Russische grens – genegeerd, en wil tot de dag van vandaag niet begrijpen dat zijn eigen opstelling ook als bedreigend ervaren kan worden. “Nee, wij zijn zo geweldig, en bedreigen niemand.” Heus? Drie woorden volstaan: Irak. Gaza. Trump.
Hoe cynisch ook, dat de deal gesloten wordt tussen twee vergelijkbare types als Poetin en Trump is misschien nog de beste garantie op succes.
Maar Oekraïne is de dupe van deze geopolitieke strijd. Net als eerder in de geschiedenis is het land, waarvan de naam letterlijk ‘grensland’ betekent, tegelijk toneel, slachtoffer en deelnemer bij een belangenstrijd tussen diverse groepen en landen. (Vooral ook niet vergeten hoe grondstoffen een rol spelen bij de Amerikaanse interesse). Ik wil me niet wagen aan een historische analyse. Maar ik denk dat het niet te ver voert om te zeggen dat in de afgelopen decennia culturele en politieke tegenstellingen in Oekraïne zelf (plat gezegd: meer westerse vs. meer Russische oriëntatie, met daarbij op de achtergrond de omstreden verzetsstrijd van Bandera en de OePA, waar men ook in Polen nog last van heeft) fataal verstrengeld zijn geraakt met een nieuwe Oost-West confrontatie na 1989. De EU en de NAVO waren en zijn óók partij in het aanblazen van de tegenstellingen.
Het is niet aan het Westen of wie dan ook om te zeggen dat Oekraïne maar op moet geven. Of dat ze maar civiel verzet moeten plegen tegen de Russen. Het is wél de vraag of Europa door moet gaan met militaire steun “whatever it takes”, en door moet gaan met het laten oplopen van de tegenstellingen. Op elke actie volgt een tegenreactie. De wapenontwikkeling gaat door – Oekraïne is het proefterrein – met onvoorspelbare gevolgen. De onzekerheid groeit, en dringt steeds verder in onze eigen samenleving door. Zelfs in het Sinterklaasjournaal verschijnen militairen en wordt over noodpakketten gepraat. De samenleving wordt klaargemaakt voor oorlog. En die breekt uit in 2030 wordt ons verzekerd, of nog eerder. Het is waanzin om op deze weg door te gaan.
Als er een vredesdeal komt – hoe bitter ook – geeft het een kans om de confrontatie-politiek te verlaten. Er ontstaat hopelijk ruimte om weer te gaan praten over samenwerken, en de vraag te stellen hoe landen kunnen samenleven. Dan is het wel nodig om het zwart-wit schema (je bent voor het Westen of je bent voor Rusland) te gaan verlaten. Het gesprek moet ook over méér gaan dan een staakt-het-vuren en veiligheidsgaranties. Wat wordt de toekomst van Europa, inclusief Rusland? Hoe gaat onze collectieve veiligheid er uit zien? Precies die vragen ontbraken de afgelopen jaren in de (minimale) pogingen om te gaan onderhandelen.
Het lost op geen enkele manier het lijden van mensen aan beide zijden op. Het betekent op voorzienbare termijn dat de Donbas onder Russisch bewind staat. Maar is er een alternatief denkbaar zonder nog veel méér leed te veroorzaken?
De vijandbeelden over en weer zijn sterk. In de film ‘Russians at war’ zit een indrukwekkende scène met een oude vrouw die in de buurt van het front in Loehansk woont. Ze herinnert zich hoe vroeger in de Sovjet-tijd de verschillende nationaliteiten gevierd werden. En ze huilt omdat ze zich niet voor kan stellen dat Russen en Oekraïeners elkaar ooit weer als broeders gaan zien. Precies daar ligt het werk de komende jaren. Dat geldt binnen Oekraïne, tussen Oekraïeners en Russen, maar ook tussen Russen en westerlingen. Misschien naïef gedacht, en het zal niet makkelijk zijn – maar ik weiger te geloven dat Poetins dictatuur alles onmogelijk maakt. Zelfs tijdens beide wereldoorlogen waren er contacten tussen mensen aan weerszijden.
Alles lijkt alleen maar af te hangen van beslissingen aan de politieke top. Maar dat klopt niet. Ik denk dat er een grote taak ligt voor maatschappelijke organisaties, waaronder de vredesbeweging, om vorm te geven aan contacten tussen oost en west, en een nieuwe periode van ontspanning een kans te geven. Misschien is het zelfs zo dat Oekraïne hierin een sleutelrol heeft, en dat een beweging naar ontspanning in Oekraïne zelf voorwaarde is voor ontspanning in Europa. Is het tijd om na te denken hoe wij daaraan een bijdrage kunnen leveren?